TrillingenTijdens het machinaal afgraven van grond wordt de machinist blootgesteld aan trillingen en schokken. Het trillingsniveau is onder andere afhankelijk van rijsnelheid, de stoel, de ondergrond, de graafmethode. Gemiddeld is de trillingsintensiteit bij het bedienen van een wiellader 1,6 ± 0,79 m/s² en van een graafmachine 0,7 ± 0,38 m/s². De actiewaarde voor lichaamstrillingen (0,5 m/s²) wordt voor alle materieeltypen meestal overschreden en de grenswaarde (1,15 m/s²) wordt vooral bij wielladers overschreden (na 2 tot 6 werkuren). Te nemen maatregelen: Bronmaatregelen
Collectieve maatregelen
Individuele maatregelen
|